De bekendste Engelse CCM-popzanger, Adrian Snell, werd geboren in 1954 te Northwood, Middlesex. Begin jaren zestig schreef hij zijn eerste composities toen hij met zijn zus in de gospelgroep Theophiles zong.

Hij studeerde jazz aan het concervatorium in Londen en kort na zijn afstuderen kwam Fireflake uit. Snell was toe twintig jaar oud. Eén kan van de lp (nooit in een cd werd omgezet) heette The Passion. Dit thema zou later de basis vormen voor zijn meesterwerk met die zelfde naam. Op de eerste plaat werkte hij samen met Phil Thomson. Met deze songwriter zou hij twintig jaar later nog steeds nummers schrijven. Hij ontwikkelde zich als songwriter op de albums Goodbey October, Listen to the Peace en Something New under the Sun. Op deze drie albums speelde hij veel gitaar en de eerste tientallen songs brachten hem bekendheid in heel Europa. In 1978 trad hij op in ‘De Vuyst van Duys’ en vervolgens was hij jaarlijks in Nederland voor concerten. The Passion was zijn eerste meesterwerk. Het album is het op muziek gezette paasevangelie. De eerste persingen van de lp gaan gepaard met een prachtig boekwerk met illustraties en bijbehorende bijbelpassages. Bij de live-uitvoering van The Passion trad onder anderen Margriet Eshuys op. In de meeste Europese landen voerde hij The Passion uit in samenwerking met plaatselijke koren. In Nederland was dat een tiental koren waaronder Revival, Impuls en Reflex. Veel koren coverden de songs uit het muziekstuk. De vele tournees die voor The Passion werden gedaan staan te boek als de duurste gospeltours die ooit gedaan werden. De uitvoering werd reeds diverse malen op televisie uitgezonden (in Nederland o.a. bij de NCRV).

Om zijn muziek te visualiseren, maakt Snell gebruik van dansers. In het begin deed zijn vrouw dit, later huurde hij mensen als Randall Bane, Danny Scot en Sandy Coe in.

The Virgin was ook weer een concept album, net als Alpha and Omega en Song of an Exile. Het prachtig uitgevoerde kerstverhaal op the Virgin werd nooit zo gewaardeerd als the Passion; de pers reageerde er niet positief op, en de verkoopcijfers vielen tegen. Het geheel is echter perfect geproduceerd en veelzijdig doordat de verschillende rollen door gerenommeerde zangers en zangeressen worden vertolkt. Zo schitteren Bonnie Bramlett (als Elizabeth), Joe English, John Pantry, Norman Barrat (als Herodes) en Paul Field op het album. Snell vertolkt zelf onder andere schreeuwende de rol van Jozef (“what do you mean a baby!!?”).

Begin jaren tachtig kamen de sterk op synthesizer georienteerde albums Cut en Midnight Awake uit met een modern rockgeluid er op. Het moderne geluid moest de Amerikaanse markt kunnen veroveren, zo zei de platenmaatschappij Myrhh, wat tot nu toe echter niet gelukt is. Op Feed the Hungry Heart stond het nummer Alpha and Omega. Dit was een voorbode voor een nieuw hoogtepunt, het album met diezelfde naam. De inspiratie voor dit concept album deed hij op tijdens een bezoek aan het voormalige concentratiekamp Bergen-Belsen. Het album kreeg als thema mee: Gods bemoeienis met de wereld en met name de joodse leef- en denkwereld..

Snell schreef Children of Exile (1991) een boek waarin hij vertelde over inspiratiebronnen en diverse achtergronden verhaalde bij het tot stand komen van zijn albums. Hij legt daarin ook uit dat hij het voor een christen essentieel vindt om terug te keren naar de roots van het geloof, namelijk het jodendom. Na zijn bezoek aan het nozi-concentratiekamp Bergen-Belsen in 1985 begon hij zijn zoektocht naar de joodse wortels van zijn geloof.

Adrian Snell is als pianist te horen op het “Whose Earth”-label van Johnny Baker en Jon Birch (distributie GMI, 1995). Hij speelt hierop een instrumentale versie vergelijkbaar met die van zijn cd Solo.

Beautifull… or What is een album dat het thema ‘gehandicapten’ behandelt. De weinig gebruikelijke thematiek en de spreekstemmen maken het album minder toegangkelijk. Solo is volledig instrumentaal en laat enigszins vernaderde arrangementen van Snell-nummers horen. Snell vertolkt ze allemaal op een Steinway-piano in een bijna klassieke stijl.

In geheel Europa wordt hij door een zeer groot christelijk publiek op handen gedragen. In 1995 tekende hij een contract bij Alliance Music Benelux. Op City of the Peace Volume 1 / Moriah en City of the Peace Volume 2 / My every breath zingt het Noorse gospelkoor Reflex mee. De beide albums hebben een sterk joodse inslag door het gebruik van teksten uit het joodse gebedenboek, te citeren uit vooral het Oude Testament en het hanteren van Hebreeuwse uitdrukkingen. De Çity of Peace’is Jeurzalem, dat uitgebreid bezongen wordt. Het is niet toevallig dat de cd’s uitkwamen in 1995. In 1996 vierde Jeruzalem haar drieduizend jarig bestaan, herdenkend dat David de stad stichtte.

Bron:  Fisk 

Discografie: 

  • 1975 – Fireflake
  • 1976 – Goodbye October
  • 1978 – Listen to the Peace
  • 1979 – Something new under the sun
  • 1980 – The Passion
  • 1981 – The Virgin
  • 1981 – Cut
  • 1982 – 10 Adrian Snell Classics
  • 1983 – Midnight awake
  • 1984 – Feed the hungry heart
  • 1988 – Adrian Snell The Collection
  • 1989 – Song of an exile
  • 1990 – Father
  • 1992 – Kiss the tears
  • 1993 – Beautiful… or what
  • 1994 – Solo
  • 1995 – City of the Peace Volume 1 / Moriah
  • 1995 – City of the Peace Volume 2 / My every breath
  • 1996 – My heart shall journey
  • 1997 – Light of the world
  • 1998 – Intimate Strangers
  • 1999 – The early years 1975-1985
  • 2000 – Poems/Seven Hills
  • 2001 – I dream of peace 
  • 2003 - The Cry, a requiem for the lost child
  • 2006 - Every Place is Under the Stars
  • 2013 - Fierce Love

website:  http://www.adrian-snell.com